Ga naar de inhoud

Tekeningen

Links de houtentrap bij Pulchri Studio en rechts de trap van het Parkhotel Den Haag.

Allerzielen

Op 2 november, de dag van Allerzielen, worden alle overledenen herdacht. Er wordt een speciale eucharistieviering gehouden die is gericht op het herdenken van de doden. Op deze dag wordt ook speciaal gebeden voor mensen die het jaar ervoor zijn overleden en die nog niet in de hemel zijn opgenomen. Het kruisje wat tijdens de uitvaart van de overledene in de kerk is opgehangen wordt op de eerstvolgende dag van Allerzielen door de familie opgehaald.
Ook bezoeken veel mensen de graven van dierbaren. Op de graven worden vaak bloemen gelegd en kaarsjes gebrand.

Niemand weet hoe geesten eruit zien,
dus kun je ze makkelijker tekenen.

Ontstaan van Halloween

Jack, een Ierse man, bracht zijn avonden graag door in zijn stamkroeg, waar hij het ene glaasje na het andere dronk, om de tijd te doden. Op zo’n avond ontmoette hij in een dronken roes de duivel, die maar één ding wou: bezit nemen van zijn ziel. Maar de listige Jack wist de duivel over te halen om samen met hem nog één glas te drinken.

Op het einde van de avond nam de duivel de gedaante aan van een muntstuk om zijn pils te betalen. Jack greep het muntstuk en sloot hem op in een buidel met een kruisvormig slot. Pas toen hij Jack had beloofd hem tien jaar met rust te laten, liet Jack hem weer vrij.

Tien jaar later botste Jack weer op de duivel op een verlaten landweg. Om tijd te winnen vroeg hij hem nog om één gunst: een appel uit de dichtstbijzijnde boom.

Toen de duivel in de boom klom om een mooi exemplaar uit te zoeken, zag Jack zijn kans schoon om met zijn zakmes een kruis te kerven in de stam van de boom. De duivel zat klem in de kruin en Jack liet hem beloven dat hij hem nooit meer lastig zou vallen. Vanuit zijn benarde situatie kon de duivel niet anders dan hiermee akkoord gaan en hij sloeg jammerend op de vlucht.

Toen Jack stierf, werd hij weggejaagd uit het paradijs, omdat hij met de duivel had geheuld. In de hel wilden ze hem ook niet, omwille van de belofte van de duivel. Jack was verdoemd om eeuwig te dolen en smeekte de duivel om een gloeiend kooltje, waarmee hij zijn lange en donkere weg kon verlichten. Die kreeg hij gelukkig nog en hij stak het in een uitgeholde raap.

Sindsdien dwaalt ‘Jack of the Lantern’ – later verbasterd tot ‘Jack O’Lantern’ – door het duister, met zijn lantaarn in de hand.

 © Volksverhalen almanak