Graag wil ik wil u iets vertellen over een kraai. Er was eens een kraai die heel gelukkig en tevreden was met zijn leven. Tot hij op een dag een mooie zwaan zag zwemmen.“Die zwaan is zo wit,” dacht hij, “en ik ben zo zwart. Die zwaan moet wel de gelukkigste vogel op aarde zijn.”
Hij vertelde de zwaan over zijn hersenspinselen. Deze luisterde aandachtig en zei toen: “Lange tijd meende ik inderdaad dat ik de gelukkigste vogel was, totdat ik op een dag een papegaai zag zitten. Die heeft twee kleuren. Hij moet daarom wel de meest gelukkige vogel in het dierenrijk zijn.”
De kraai ging op zoek naar een papegaai om te zien of de zwaan gelijk had. Toen hij er een ontmoette vertelde hij hem van zijn bedenkingen over zijn zwarte verentooi en de witte veren van de zwaan. “Ach,” zei de papegaai, “ik leefde heel gelukkig totdat ik een pauw zag. Ik heb slechts twee kleuren zoals je ziet, maar een pauw heeft er ontelbaar veel. Hij moet daarom wel de meest gelukkige vogel ter wereld zijn.”
En de kraai ging op zoek naar een pauw. Hij vond er een in de dierentuin. Honderden mensen stonden om zijn kooi, in volle bewondering keken zij naar zijn verentooi. Toen alle bezoekers naar huis waren vloog de kraai naar de pauw toe en zei: “Jij bent zo mooi, elke dag staan er honderden mensen om jouw heen die je bewonderen. Als ze mij zien word ik meteen weggejaagd. Ik denk dat jij de gelukkigste vogel op aarde bent.”
De pauw keek naar de kraai en antwoordde: “Ik dacht inderdaad heel lang dat ik de mooiste en gelukkigste vogel op aarde was. Maar omdat ik zo kleurrijk ben, hebben ze mij opgesloten in een kooi. Inmiddels ken ik alle vogels in de dierentuin vrij goed en wat ik zie is dat de kraai en de zwaan de enige vogels zijn die hier niet in een kooi worden gezet. Ik wilde dat ik een zwaan of een kraai was, want dan zou ik nu overal naar toe kunnen vliegen, en eindelijk gelukkig zijn..”
Welkom in de wereld van zwart en wit, van licht en donker welkom in de vrije en gelukkige wereld van Willem Veerman. Een wereld waarin een samenstelling van alle kleuren en het juist ontbreken ervan wordt gebruikt om een eigen wereld te creëren, een wereld die er voor de tekening waar u naar kijkt nog niet was. Een wereld waarin het aardse lawaai wordt verpletterd door de meedogenloze stilte van het werk zelf. De wereld van houtskool.
Willem tekent schitterende taferelen die je boeien en betoveren, maar die meer zijn dan dat. Het zijn metaforen. Als je naar een trein kijkt die stilstaat bij een perron, dan gaat het niet alleen om het treinstel of het perron maar ook om de keuze die hebt. De keuze om uit te stappen uit de trein in de wereld zoals je die op dat moment ziet of om te blijven zitten om mee te rijden naar een ongewisse bestemming. Zo ook met trappen en liften, je kunt niet alleen omhoog of naar beneden maar ook de grens over van het heden naar het verleden. Zeker als je de taferelen van Boedapest ziet, waarin het soms lijkt alsof de tijd heeft stil gestaan. Je wordt aangetrokken door het wit of geïntrigeerd door het zwart, of misschien wel juist verblind door het licht of afgeschrokken door het donker.
Willem is iemand die niet stil kan zitten. Met zijn dagboek in de hand maakt hij voortdurend schetsen en tekeningen of hij nu in de trein zit of op het strand. Zijn onderwerpen zijn divers van stadsgezichten tot kathedralen en van havens en het spoor tot trappen of bunkers. Al die dagboektekeningen zijn het vertrekpunt voor zijn monumentale werken zoals u die hier ziet in deze monumentale zaal.
Willem heeft voor zijn werk geen kleur nodig, maar jongleert met het licht of het ontbreken ervan. Hij wil zich niet laten opsluiten in een kooi en laten afleiden door kleur, maar juist laten leiden door de essentie. Het werk is van zichzelf zo intens dat het ook geen kleur zou kunnen velen. En wat betreft die intensiteit: zo het werk zo ook de kunstenaar, want ik nodig u uit om Willem over zijn werk te laten vertellen. Hoe langer hij spreekt hoe bezielender zijn betoog wordt. Willem ervaart zijn tekeningen ook als een alter wereld. Als je hier in de Mesdagzaal naar zijn tekeningen kijkt moet je je even in Boedapest of op het strand wanen. En liefst nog in een ander tijdsbeeld. Even de alter wereld van Willem ervaren. Opvallend is dat in de werken van Willem de mens ontbreekt. Dat komt zeker niet doordat Willem enige aversie tegen mensen zou hebben, alles behalve. Maar mensen in zijn tekeningen zouden afbreuk doen aan de sfeer van zijn schepping. Bovendien zouden die mensen de uitkomst van de metafoor veranderen omdat je dan zou zien of iemand de trein uitstapt of blijft zitten. De kijker moet zijn of haar eigen keuze maken. Aan u de eer.
Hierbij verklaar ik de tentoonstelling voor geopend.
Michael Toorop