In de afgelopen weken is er veel te doen geweest over de handelstekorten die Amerika met vriend en vijand zou hebben.
Vooral Canada en haar premier Justin Trudeau moesten het de laatste dagen ontgelden. De Canadese premier zou volgens Trump een leugenaar en een lafaard zijn. Maar kloppen de beweringen van de Amerikaanse President zelf wel?
Volgens Trump heeft Amerika al jaren een handelstekort met Canada en vervolgens haalt hij de Canadese heffingen op melk erbij. In de eerste plaats is er helemaal geen handelstekort met Canada, er is zelfs al jaren sprake van een handelsoverschot ten gunste van de Amerikanen. Wat Trump namelijk doet is alleen de handel van goederen bekijken als het hem uitkomt. Inderdaad, de Amerikanen kopen meer goederen van Canada dan andersom. Maar de handelsbalans bestaat ook uit diensten. De Canadese betrekken veel meer diensten van Amerikanen dan andersom. Alles bij elkaar heeft Amerika een handelsoverschot met Canada voor US$ 13 miljard, en dat al jaren.
De totale handel tussen de twee buurlanden bedraagt een kleine US$ 300 miljard aan importen en een vergelijkbaar bedrag aan exporten. De melkmarkt waar Trump zich zo over opwindt is US$ 600 miljoen. De Canadese zuivelmarkt is inderdaad sterk gereguleerd. Allerlei quota moeten overproductie voorkomen en het milieu sparen. Een kostbaar systeem van verhandelbare zuivelquota zorgen voor een fragiel evenwicht. De boeren zijn veel geld kwijt aan deze rechten, maar het gevolg is wel dat het beperkte aantal boeren dat melk produceert er een goede boterham aan verdient. In de VS houdt de (republikeinse) overheid niet van regulering en dus moet de markt het zelf doen. De boeren kampen daardoor met een enorme overproductie van ruim 350 miljoen liter melk. De Amerikaanse melkprijs staat dan ook een stuk lager, zelfs onder kostprijs. Faillissementen en een angstwekkend aantal zelfmoorden zijn het gevolg. Als er maar genoeg boeren failliet gaan daalt de (over-)productie en kan op termijn de melkprijs weer stijgen. Hier wil de regering Trump niet op wachten en wil op grote schaal melk dumpen in Canada tegen de aantrekkelijke prijzen aldaar. Dit zou een florerende bedrijfstak in Canada om zeep helpen om een sanering van de zuivelindustrie in de VS te voorkomen.
Volgens de Amerikaanse regering hebben de VS wereldwijd de laagste importheffingen en de laagste drempels op handelsgebied, met als gevolg een gigantisch handelstekort. De niet financiële drempels bestaan uit zaken zoals technische specificaties, vergunningen, kwaliteitseisen, quota’s enz. Uit een rapport van Credit Suisse blijkt dat de VS veruit de hoogste niet financiële drempels heeft opgeworpen. Ze wordt gevolgd door India, Rusland, Brazilië, China, Europa en Japan.
Op het gebied van importheffingen is de VS ook niet de laagste zoals wordt beweerd. Volgens de Wereldbank zijn de Amerikaanse tarieven altijd nog hoger dan die van Australië, Canada, Japan en de meeste Europese landen. Speciale industrieën worden ook door de VS beschermd met importheffingen zoals pinda’s (131,8%), lichte vrachtwagens (25%), wollen sweaters (16%), tonijn (25%) en zuivel (20%).
Handelstekorten worden ook beïnvloed door besparingen en bestedingen. Zo zal de recente door de republikeinen geïnstigeerde belastingverlaging niet alleen het begrotingstekort vergroten, maar ook het handelstekort. Hoe meer geld men heeft, hoe meer men koopt en ook in het buitenland. Hoe meer schulden met creëert, hoe meer men moet lenen, en ook in het buitenland.
President Trump heeft zeker geen ongelijk als hij naar China wijst. De Chinese importtarieven zijn een stuk hoger dan die van de VS en de niet financiële barrières veel hardnekkiger. Ook speelt de diefstal van intellectueel eigendom een grote rol. Veel economen betwijfelen of je die onevenwichtigheden met China voorkomt door eenzijdig enorme importheffingen te introduceren.
Michael Toorop