Van 19 mei tot en met 12 juni 2018 keert Alexander Zaklynsky terug in de Tuingalerie. Exposeerde hij er vorig jaar nog met enkele andere afgestudeerden van de KABK, nu gaat hij solo bij Pulchri. Dit is zeker niet zijn eerste solotentoonstelling, want Alexander heeft een voetafdruk achter gelaten in vele landen. Met name in de geboortelanden van zijn ouders, IJsland en de Oekraïne, was hij actief.
Hij werd geboren en – zoals hij zelf zegt – gebrainstormd in de Verenigde Staten. In New York leerde hij dat in het leven moest leren zwemmen of anders verzuipen, maar in het land van zijn moeder leerde hij om te drijven.
IJsland was een bron van inspiratie voor hem omdat dit land doordrenkt is van cultuur. Iedereen speelt meerdere muziekinstrumenten en is – in tegenstelling tot New York – met elkaar begaan en verbonden. Hij noemt IJsland dan ook een micro kosmos, een wereld als geen ander. Hij kreeg er verschillende beurzen en subsidies en opende zijn eigen galerie. Dat wil zeggen dat hij zijn studio open stelde voor anderen die ook werk wilden exposeren.
Ook in het land van zijn vader ging hij met kunst aan de slag en exposeerde hij o.a. in Lviv, de culturele hoofdstad van de Oekraïne. Hij deed dit in samenwerking met het ‘Museum van Ideeën’.
Uiteindelijk belandde Alexander in Den Haag om te gaan studeren aan de KABK. Zijn belangstelling is breed en hij heeft jaren geworsteld over de vraag welke techniek hij wilde gebruiken en welke richting hij wilde opgaan. Die keuze lijkt hij nu gemaakt te hebben: patroon schilderen.
Voor veel van hij wil is nauwelijks een uitdrukking te bedenken. Hij denkt in termen van dimensies, interactie, beeld en vooral ook geluid. Zo is hij betrokken bij een project met synthesizers, waarbij 192 luidsprekers een soort architectonische bouwwerken simuleren door middel van geluid. Geluid overal, naast je, voor en achter je, boven je en ook onder je door. Logisch dat hij er op broedt om op zijn opening op zaterdag 19 mei een voorstelling met geluid te geven.
Het liefst werkt hij in meerdere dimensies. Hij vertelt bijvoorbeeld dat wanneer je drie punten op de grond tekent het altijd vlakt blijft, maar zodra je er een vierde punt boven hangt, je een piramide kunt visualiseren en door 1 punt extra lijkt het driedimensionaal te worden.
Zijn creativiteit kent geen grenzen, letterlijk en figuurlijk. Zo is Alexander in gesprek met ESTEC om een ‘galerie’ te bouwen op de maan. Dit moet een project worden in samenwerking met kunstenaars uit binnen- en buitenland. Vanzelfsprekend is het heel klein, maar zelfs een vierkantje van 10 cm x 10 cm kan in 100 cellen van 1 cm x 1 cm of misschien wel in 1000 x 1000 pixels gesplitst worden. Doel van het project is het definiëren en promoten van de evolutie van een esthetisch organisme.
Alexander leert zijn publiek om te luisteren naar een schilderij, de staat van afwezigheid te ervaren en wetmatigheden te zien of te bevroeden. Om zijn doel te bereiken ontwerpt hij machines om mee te kunnen schilderen (patroon schilderen). Niet dat die machines voor hem schilderen, want hij gebruikt ze zoals een andere kunstenaar een kwast of paletmes gebruikt. Voor hem is de machine een werktuig dat alleen het gewenste resultaat bereikt als je er voldoende denkwerk en creativiteit instopt.
Kortom, kunst om nog lang over door te denken.
Michael Toorop