“Je bent er, en dat telt”. Aan het woord zijn Nanda de Pellegrin en Henny Stille, twee van de bijna zestig vrijwilligers van het Jacobshospice aan de Koningin Emmakade 160. Voor de gastbewoners van het hospice is het belangrijk dat er mensen in de buurt zijn, die je kunnen verzorgen, naar je willen luisteren of net even het verschil kunnen maken op het moment dat je daar behoefte aan hebt. Het belangrijkste is dat je er bent als vrijwilliger.
In de lichte en warm ingerichte woonkamer praten we over wat vrijwilligers drijft om in een hospice te komen helpen. Als leek zou je denken dat het zwaar en deprimerend werk is, maar niets is minder waar. Er wordt veel gelachen, maar soms ook gehuild. Nanda werkt sinds kort twee keer vier uur per week en Henny is iemand van het eerste uur.
Hoe het begon
Het Jacobshospice werd ooit gestart door Paulus Falke, een huisarts en diaken uit de Schilderswijk die zich het lot van de medemens meer dan aantrok. Ondanks zijn katholieke achtergrond en gedrevenheid wist hij zich te identificeren met mensen van elk geloof, alsook met medemensen zonder levensovertuiging. Hij startte bijna dertig jaar geleden een hospice in twee kamers naast zijn eigen woonhuis. Henny was toen al een van de vrijwilligers die hielp met de palliatieve zorg.
Inmiddels groeide het hospice en verhuisde men in 2003 naar de Koningin Emmakade. Paulus was nog enige tijd de hospice-arts, maar die taken zijn inmiddels overgenomen door twee andere artsen. Verder zijn er nog acht verpleegkundigen en drie coördinatrices actief in het centrum. Een hele organisatie, die ondanks alle beschikbare handen nog steeds smacht naar meer hulp.
Om vierentwintig uur per dag hulp te kunnen bieden heb je mensen nodig voor de patiënten en hun familie en vrienden, maar ook mensen voor de tuin, de administratie, de boodschappen, het koken, kappers of klusjesmannen. Zoals Nanda het zegt: “Iedereen kan hier vrijwilliger zijn”.
Hoe word je vrijwilliger?
Om vrijwilliger te kunnen worden die contact onderhoudt met de patiënten en hun familie wordt eerst begonnen met een uitgebreid intakegesprek. Wat zijn de beweegredenen, de achtergrond en heeft men voldoende empathisch vermogen? Vroeger waren er geregeld nieuwe aanmeldingen van vrijwilligers waardoor er zelfs een wachtlijst was. Door bezuinigingen in de gezondheidszorg zijn veel meer mensen aangewezen op mantelzorgers en zijn deze verzorgers minder in de gelegenheid om als vrijwilliger te helpen in het hospice. Na de intake kan men meelopen met een verpleegkundige en een ervaren vrijwilliger. Over drie dagen verdeeld krijgt men een interne opleiding. Alle vrijwilligers zijn verplicht jaarlijks een training te volgen van de Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). Uiteraard mogen vrijwilligers geen medische handelingen verrichten, daar zijn de verpleegkundigen voor. Overdag zijn er daarvan zeker twee in huis en ’s avonds en ’s nachts is er één verpleegkundige.
Het interieur en de kamers
Het hospice telt zes gastenkamers. Iedere kamer bestaat uit twee delen zodat een familielid of vriend(in) even kan rusten op de slaapbank. Alle kamers hebben een eigen badkamer en zijn van alle gemakken en moderniteiten voorzien. In het huis is ook een aparte logeerkamer.
De families kunnen zelf koken als men wil, huisdieren mogen mee en zelfs de eigen schilderijen mogen aan de muur. Letterlijk alles om de laatste dagen, weken of maanden van de gastbewoner zo comfortabel en aangenaam mogelijk te maken. Zolang andere gasten niet worden gestoord kan eigenlijk alles. De vrijwilligers en de staf doen er alles aan om in de laatste behoeften te voorzien en aan de laatste wensen tegemoet te komen, waarbij zoveel mogelijk privacy in acht wordt genomen. Er is niets zo erg voor een gastbewoner om afhankelijk te zijn, dus het beste is als de gastbewoner zelf aan kan geven waar wel of geen behoefte aan is.
Als je voor de twee panden staat zou je niet vermoeden dat het binnen baadt in het licht door het grote atrium en ook niet dat er een prachtige brede en zonnige achtertuin is. Er zijn wel eens gasten die uren achtereen met bed en al lekker in het zonnetje liggen te doezelen.
Op de vraag of het werk niet te emotioneel is, wordt ontkennend geantwoord. Henny vertelt hoe ze vaak zingend naar huis gaat en soms, eerlijk is eerlijk, ook wel eens aangeslagen. Veel mensen die komen, berusten zich en zijn intens dankbaar voor alle goede zorg. Sommige nabestaanden laten nog regelmatig bloemen bezorgen op de sterfdatum van hun geliefden. Er is zelfs een heer, die ieder jaar in januari zijn AOW komt brengen uit dankbaarheid voor de goede zorgen voor zijn overleden echtgenote. Als vrijwilliger krijg je zoveel meer liefde en genoegdoening terug, dan dat je er zelf in kunt stoppen.
Vrienden van het Jacobshospice
Muriël Bovet is een van de coördinatrices en gaat o.a. over de opname van nieuwe gastbewoners. Het belangrijkste is om te zien of de benodigde zorg ook daadwerkelijk geboden kan worden en zo niet of er toch een mouw aan te passen is.
Het voelt plezierig bij het Jacobshospice en we komen te spreken over wat er gedaan kan worden om te helpen. Er is een stichting Vrienden van het Jacobshospice (steunhetjacobshospice.nl) die probeert op alle mogelijke manieren financieel te ondersteunen. Zo zijn er binnenkort drie benefietconcerten (zie facebook ‘Muziek voor het Jacobshospice’ en kijk op de website van Duinoord). Voor slechts € 5 kan men al een kaartje kopen.
Als ik wegga, zie ik in de hoek van de hal sereen een kaars branden. Iedereen weet dan dat een van de gastbewoners van het Bijna-Thuis-Huis vandaag thuis is gekomen, vertelt Muriël.
Met alle verhalen zou men makkelijk een boek kunnen schrijven over deze parel van Duinoord, met een groot en warm hart.
Michael Toorop