Ga naar de inhoud

Ontroostbaar

  • door

Het is een koude winderige dag die 15e februari in 2003 als het papieren naambordje van Hanneke de Boer, dat ternauwernood met een plakbandje aan de deurlijst vast zit, heen en weer wappert. De blauwe voordeur gaat zelden open, en de buren slaan er geen acht meer op. Iedereen heeft recht op privacy, niet dan?

De gordijnen van de bovenwoning zijn dicht, en dat zijn ze altijd. Binnen wordt de kamer aangelicht door het gele licht van de flauwe winterzon die door de overgordijnen schijnt. Op de grond ligt Hanneke op haar matras. Ze kijkt naar de vergeelde gordijnen en knijpt haar ogen toe. Ze is moe en gebroken, en langzaam dwalen haar gedachten terug naar de verschrikkingen van de oorlogsjaren in Nederlands-Indië.

De komst van de Jappen verwoestte het leven zoals het toen bestond. De blanken moesten naar het Jappenkamp en mensen met gemend bloed zoals de familie de Boer werden vogelvrij in een vijandige wereld. Honger, schaarste en vernederingen vielen hen ten deel. De Japanse bezetters waren een soort op seks beluste roofdieren en dat werd ook door de legerleiding aangemoedigd. Om besmettingsgevaar van Seksueel overdraagbare aandoeningen te minimaliseren  had men liever dat men niet naar de hoeren ging, maar hun heil zocht bij troostmeisjes.

Onschuldige meisjes vanaf 12 jaar, die onder zware bedreiging troost moesten bieden aan Japanse soldaten die het thuisfront zo misten. De levensluchtige Hanneke werd niet gespaard en op haar 16e jaar werd ze door Japanse soldaten verkracht. Tot overmaat van ramp raakte ze ook nog in verwachting. In de streng katholieke familie De Boer was abortus ondenkbaar, en de zwangerschap op zich al een grote schande. Er werd een dochter Marianne geboren, en haar amandelvormig ogen zou de familie voor altijd blijven herinneren aan deze schande.

Hanneke wilde niets te maken hebben met haar dochter en de verstandhouding zou altijd slecht en later zelfs niet meer bestaand zijn. Terwijl Hanneke op de grond ligt denkt ze aan Marianne die ze sinds 1993 niet meer heeft gezien. Niet dat het kind het niet geprobeerd heeft. Maar als ze denkt dat ik haar ga bellen omdat ze al en toe een roos voor mijn voordeur legt heeft ze het mis. De ogen van Marianne zijn dezelfde als die van de goorlap die mijn leven heeft verwoest denkt Hanneke nog. Haar hele leven werd een worsteling en nu haar dood naderde was dit niet anders.

Terwijl de tram voorbij ratelt blaast Hanneke haar laatste adem uit. Eindelijk rust.

Het is inmiddels tien jaar later als Marianne en haar oom en tante ieder afzonderlijk naar het journaal kijken. Hun harten bonzen en de adem stokt. Op de televisie is een blauwe voordeur te zien, met op de deurlijst een wapperend naamkaartje. Het is het huis van Hanneke. Ze is eindelijk gevonden.

Michael Toorop

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.